Van Dun Advies wijst op de juridische onduidelijkheid en pleit voor heldere, toetsbare regels. “Het is belangrijk dat ondernemers weten waar ze juridisch aan toe zijn,” zegt Chris van der Heijden van Van Dun Advies. “De vergunning blijft bestaan, maar mag straks niet meer worden benut. Wat is een vergunning dan nog waard?”
Latente stikstofruimte betreft vergunde maar niet-gebruikte ruimte, bijvoorbeeld voor leegstaande stallen of bouwrechten die nooit zijn gerealiseerd. Volgens het ontwerpbesluit mag deze ruimte vanaf 1 juli 2026 niet meer worden ingezet als een stal drie jaar leegstaat of niet binnen drie jaar na vergunningverlening is gebouwd. De provincie kiest voor een gebruiksverbod zonder formele intrekking.
Volgens Van Dun Advies leidt dit tot onzekerheid en juridische procedures. “Met zo’n verbod blijft onduidelijk wanneer het juridisch ingaat en hoe het wordt gehandhaafd. Er is geen formele intrekking, maar de vergunning mag niet meer volledig worden benut. Ondernemers kunnen zo geen weloverwogen beslissingen nemen.”
Daarnaast ontbreekt een zorgvuldige belangenafweging. “Bij intrekking van een vergunning moeten belangen van natuur én vergunninghouder worden afgewogen. Dit verbod heeft hetzelfde effect als intrekking, maar zonder belangenafweging. Dat is niet zorgvuldig.” Ook bestaat onzekerheid over bewijs bij controles.
Van Dun Advies heeft een zienswijze ingediend. “We stellen de bevoegdheid van de provincie niet ter discussie, maar de juridische spelregels moeten worden nageleefd. Zo voorkom je dat ondernemers pas achteraf ontdekken wat hun vergunning nog waard is.”
Het advies aan ondernemers is om hun situatie juridisch te laten toetsen. Soms kan het zinvol zijn vóór 1 juli 2026 te starten met de activiteit of stikstofruimte in te zetten voor andere doeleinden. Daarvoor moet vóór 1 januari 2025 gestart zijn en uiterlijk 1 juli 2026 een natuuraanvraag gedaan zijn.